Vogezen Dag 4.
Dag 4 beloofde dankzij de stralende zon een mooie toer te worden. Op het programma stond een rit van 100km met 1700htm. Weer werd begonnen met de Schlucht (zonder gietende regen deze keer). De kopmannen stoven er weer als vanouds vandoor. Smolders en ikzelf werden weer onmiddellijk gelost. We besloten dan maar om samen omhoog te rijden. Het kan ook leuk zijn in de bus. Smolders had helaas geen superbenen en het busplan kon al snel overboord gegooid worden. Ik begon dan maar alleen verder te klimmen en op kousevoeten naderde ik op onze secretaris. Deze voelde dat ik in aantocht was en besloot dan maar om te wachten. Samen werd deze col nu snel bedwongen en al gauw stonden we boven.
Bij het bovenkomen besloot Smolders om huiswaarts te keren. De rit van gisteren was nog niet volledig uit zijn lijf verdwenen. Met 1 Berggeit minder overbrugden we nu Route des Crêtes. Dit glooiende traject met heerlijke vergezichten bracht ons tot op de top van de Markstein. Bij het bijvullen besloot Koen om ook terug te draaien. Elke poging om Koen te overtuigen om toch verder te zetten, lukte niet. Zijn maag was niet goed en elke wielrenner weet dat als de maag niet goed is, de benen ook niet volgen.
Wat volgde was de adembenemende afdaling van de Markstein. 16km daalplezier maar krachten werden gespaard want hoe langer naar beneden, hoe langer er straks moest geklommen worden. Beneden sprak Kurre de niet echt bemoedigende woorden: de volgende col, was dat nu 8km tegen 7% of 7km tegen 8%? Rap werden er nog e gelleke tot het lichaam genomen en zetten we koers richting Col du Bramont.
De woorden van Kurre indachtig begonnen we rustig aan de col. Butcher diende mij de rol van buschauffeur toe om er dan zelf vandoor te gaan. Wederom wie de wedervaren van de kopmannen wilt weten, zal het hen moeten vragen. Ikzelf vond mijn tempo en met Jolle op een kleine achterstand bedwong het B-team deze col. Langzaam maar zeker kwam het besef dat Kurre zich vergist moest hebben. Echt steile stukken kwamen er maar niet en dankzij het zonnetje en goede asfalt werd deze gevreesde beklimming de mooiste van de 5 dagen. Bovengekomen werd er weer afgedaald richting La Bresse.
Iedereen had goede moed want we wisten wat er ging komen maar blijkbaar had de Bramont er erger ingehakt dan eerst gedacht. Het vermetele stuk vals plat richting La Bresse zoog alle kracht uit de benen. Jolle en ik besloten om rechtstreeks door te rijden richting Gerardmer. Gelukkig kon het A-team ons overtuigen om toch nog het interimcolleke te doen. Wisten wij veel wat er nog kwam.
Beneden in het dal wees Butcher omhoog en toen wisten we dat het nog even op de tanden bijten was. Route de la Courbe (1.2km tegen 9%) wachtte ons op. Op karakter en souplesse werd er omhoog gekreffeld. Wat dan nog volgde was nog een deel van de Grosse Pierre. Daar bovengekomen werd de afdaling richting Gerardmer ingezet. Daar werd ook afscheid genomen van Steven DP en Smolders. Zij keerden vervroegd terug naar België s’avonds werd er in Gerardmer nog een hapje gegeten en iets genuttigd bij de lokale middenstander.